“A place to create memories”

De Kaag Watersport Academy & groepsaccomodatie is het watersportcentrum in de Randstad. Gelegen op Kaageiland en omringd door de prachtige Kagerplassen is deze locatie een begrip in de Nederland. Voor veel personen een tweede thuis en onze slogan is voor niets “a place to create memories”!

Wie zijn wij?

Sinds 1952 heeft “De Kaag” al vele bezoekers uit alle windstreken mogen ontvangen. Wij kunnen met trots zeggen dat we al drie generaties van dienst mogen zijn. Vanuit onze locatie hebben veel gasten kennis gemaakt met de watersport, hun eerste kamp of schoolwerkweek beleefd, andere mensen ontmoet en vrienden gemaakt.
Gedurende de schoolvakanties bieden we kampen aan voor kinderen vanaf 6 jaar, maar daarnaast ontvangen wij ook scholen, groepen en bedrijven met veel plezier bij ons op de accommodatie. De Watersport Academy bied veel meer dan alleen zeilen, zo kun je bij ons op De Kaag ook terecht voor o.a. Windsurfen, Waterskiën, Wakeboarden en Flyboarden. De verschillende watersportprogramma’s kunnen ook worden uitgebreid met een heerlijke lunch of BBQ.

Hoe het allemaal begon?

In 1952 richt Lex van Rijn zeilschool De Kaag op. Op dat moment is hij 22 jaar. Met een aantal Kielboten (16m2) wordt op dat moment zeillessen gegeven. De cursisten en instructeurs verblijven in tenten en op andere plekken op Kaageiland.

Vooraanzicht Zeil- en Skischool De Kaag. Later werd de naam meer omvattend; Watersport Academy De Kaag.

In 1960 wordt er naast de lessen in de Kielboten (16m2) ook les gegeven in waterskiën vanuit de Boesch skiboot. De naam veranderd dan ook in Zeil- en skischool De Kaag. Niet veel later komt hier ook het Windsurfen bij.

In 1962 trouwt Lex met Hetti. Samen krijgen ze een zoon en een dochter. Hetti neemt later de leiding over het koken en de huishouding op zich en voert dit vele jaren uit.

Lex en Hetti tijdens een van de vele feesten in de jaren ‘60.

Rond 1970 worden de kamptenten verruild voor een prachtig gebouw. In dit gebouw ontvangen wij nog steeds elk seizoen met veel plezier onze gasten. Lex van Rijn is een groot skifanaat en heeft nauwe banden met het Oostenrijkse Kitzbühel. Lex is daar opgeleid tot Staatlich skileraar. In de winter wordt lesgegeven in de bergen, in de zomer weer op het water. Nu begrijpen jullie vast ook de Oostenrijkse inrichting van de eetzaal :). Nog steeds zijn er hechte banden met Kitzbühel.

Waterskiën werd vroeger gedaan vanachter een Boesch boot. Nu varen we met moderne Ski Nautiques.

In 2002 heeft Lex van Rijn zijn taken overgedragen aan zijn zoon Guido. Hij is nu verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van De Kaag Watersport Academy & Groepsaccommodatie. In 2022 zullen wij ons 70 jarig bestaan vieren. Iets waar we trots op zijn! Wij hopen ook u eens te mogen begroeten op onze prachtige bijzondere plek.

Lex van Rijn, hier bijna 92 jaar, samen met zijn zoon Guido van Rijn. Elk voorjaar varen ze samen onze BU112 Botter vanuit Spakenburg terug naar de Kagerplassen,

Guido aan het roer euhm.. woord;

Mijn eerste zeil bootje heette de Bam-Bam en ik kreeg hem van mijn neef Renee. Het was een houten piraatje met melktouwtjes waar je aan moest trekken als je overstag ging om de gaffel naar de andere kant te krijgen. Ik herinner me nog de eerste keer dat ik ging zeilen. Er stond best wat wind en mijn vader voer achter me aan in de Boesch boot. Ik moest gelijk op de rand zitten en sturen met de helmstokverlenger. Ik denk dat ik ongeveer vijf jaar oud was en of ik het echt leuk vond betwijfel ik.

Maar ook ging ik toen soms mee met mijn vader op de Botter en ik vond het geweldig om voor op de punt te kijken hoe de golven tegen de boeg kaatsten als we op het ijselmeer zeilden. Een keer deden we mee aan een wedstrijd en was er een groot lek ontstaan. Schreeuwende mensen met tot kniediep water die allemaal hun best deden met emmers het water weer buiten de boot te krijgen. En toch vond ik dat niet eng omdat mijn vader bij me was en hij mij het gevoel gaf dat dat ook niet nodig was. 

De eerste keer dat ik ging waterskiën weet ik ook nog goed. Met een zwemvest en vleugeltjes en de gele skietjes die we nog steeds hebben werd ik te water gelaten en met voeten van een instructeur onder mijn oksels werd ik in balans gehouden zoals dat toen gebruikelijk was. Indrukwekkend vond ik het geluid van de motor en de hoge hekgolven. Van deze eerste ervaring weet ik zeker dat ik het niet leuk vond. Op een oude foto kun je dat nog zien aan de tranen op mijn wangen. 

Wat ik wel direct leuk vond was windsurfen. Daar ben ik mee begonnen toen ik 6 was. De vader van mijn held (Geordy Bloem) heeft mij de beginselen bijgebracht. We hadden toen nog duikpakken met zo’n flap tussen je benen. Mijn eerste surfplank was een gele shark en kreeg ik voor mijn 7e verjaardag. Een wetsuit voor mijn eerste communie.

Dus zo is het zo’n beetje begonnen en als je op een zeilschool opgroeit is dat natuurlijk een groot voorrecht. Toch moet ik eerlijk bekennen dat ik niet altijd op het water te vinden was. Eigenlijk misschien wel veel minder dan je zou verwachten als je al die mogelijkheden hebt. Omdat je het voor je gevoel altijd nog kan is de drang om er zoveel mogelijk gebruik van te maken wellicht minder. Toen mijn vader eens ’s avonds laat in mijn kamer kwam vertelde hij dat hij 6 optimisten had gekocht en ik mocht er 1 uitzoeken. Het werd de gele nr. 2

Maar alles bij elkaar pik je natuurlijk wel het 1 en ander op als je hier opgroeit. Toch denk ik dat ik het meest geleerd heb door de dingen af te kijken, te vragen en gewoon te proberen. Maar dat ik gefascineerd raakte door de wind en golven en hoe je daar gebruik van kunt maken is wel waarom ik zo van het water ben gaan houden. Vaak ging ik mee met de wateskilessen om de trapeze toe te werpen. En kijken wat leerlingen anders zouden kunnen doen om binnen 3 pogingen (toen de max.) uit het water te komen. Door dat zo vaak te zien kreeg ik het idee dat, door mensen bepaalde aanwijzingen te geven, ik ze kon helpen. Later heb ik allerlei manieren bedacht om zoveel mogelijk mensen deze gave beleving met een succes ervaring mee te kunnen geven.

Mijn vader was een leraar maar buiten acrobatiek en skiën heeft hij mij niet vaak les gegeven. Wel heb ik heel veel van hem geleerd. In ieder geval heeft hij mij laten zien hoe mooi het kan zijn anderen te helpen bij het vorderen in vaardigheden.

Windsurfen was in de 70 en 80er jaren een grote sport in Nederland en ook hier op het eiland deed veel oudere jeugd aan windsurfen. 'S avonds speelde ze vaak beneden in de zeilschool een film af als ik dat hoorde liep ik in mijn pyjama naar beneden om te kijken naar de film Take off van Mistral met Robin Nash. Dit is waarschijnlijk ook waarom ik gemotiveerd was dit zo goed mogelijk te leren. Een nadeel van windsurfen is dat je naarmate je beter word steeds meer wind nodig hebt. Dat je dus niet zoals bij bv. tennis zelf het moment kunt kiezen maar juist gebruik moet maken van het moment dat het waait draagt bij aan de behoefte om het zoveel mogelijk te doen als het wel kan en je er zelfs dingen voor opzij gaat zetten. Ik moest een keertje eigenlijk echt leren voor een proefwerk en wist dat als ik het niet goed zou maken ik mogelijk niet over zou gaan. Een obsessie klinkt misschien overdreven maar van een passie kun je wel spreken. Na eerst snel over het water te planeren even uitrusten naast het riet. Als je dan in het water ligt en lekker drijft in je wetsuit heeft dat iets magisch. Truukjes die je graag (nog) een keer wilt doen maken je afhankelijk van de wind. Soms kan de wind je net even helpen als je uit balans bent maar vaker lijkt het wel of de wind je tegenwerkt door een vlaag die je net niet nodig hebt of juist het wegvallen van wind als je die juist wel even nodig hebt. Ik weet nog dat ik soms de wind zo dankbaar was voor het plezier dat ze me gaf dat ik haar bedankte. Maar ook heb ik deze wind soms vervloekt. Natuurlijk direct gevolgd door excuses omdat ik niet wilde dat hij me ongunstig zou stemmen. Je ging het zien als iets met een karakter en stemmingen en dat men in de geschiedenis, natuurverschijnselen als goden aanbeden begrijp ik hierdoor veel beter.

Voor waterskiën geldt dat ik het na mijn eerste keer echt leuk ben gaan vinden. In mijn lagere schooltijd (toen ik een jaar of 10 was) gaf de zeilschool les vanaf de stijger bij het kompas. Als ik dan na school naar huis fietste in de zomer ging ik daar langs. Iedereen vond het prima als ik dan een rondje tussendoor ging en het mooie was dat ik toen ‘droog' kon landen op de stijger en dus gewoon met mijn korte broek en t-shirt een rondje kon maken. Uiteindelijk is waterskiën toch wel 1 van de sporten die ik het coolste vind. Later vroeg ik soms aan instructeur (Stephan Bereiter) of ik mee mocht als hij een groepje had en de afspraak was dan, dat ik op het einde een showtje moest geven en uiteindelijk iedereen nat moest ’sprayen”. Toen ik ongeveer 16 was zijn we begonnen met blootvoetwaterskien met Rolin van Lakerveld.

Zeilen heb ik er altijd wel bij gedaan. Ik kreeg een laser toen ik 10 was maar ook omdat ik vaak bij de theorie ging zitten met vriendjes die ik gemaakt had op de zeilschool stak ik er al met al best wat van op. Ik vond het leuk maar vooral omdat ik nooit heb getwijfeld of ik mijn vader zou opvolgen heeft ervoor gezorgd dat ik op mijn 15e mee ging doen met de instructeursopleidilg. Jurgen Kramer heeft mij veel geleerd in de optimist als ook in de 16 m2. Ook namen als Hans Freulich, Hans Plomp, Annelou van Egmond, Obbo de jong, Joep Steegmans en Joost van Overbeeke komen bij mij op als ik terug denk aan iedereen die mij allemaal geïnspireerd heeft.  Het was dankbaar om hen te mogen begroeten op het 70 jarige jubileum. Van Just Jongeleen heb ik niet alleen over zeilen geleerd. Toen ik ongeveer 10 was kreeg ik van hem een poster met een blote dame erop , hetgeen mijn moeder niet echt kon bekoren toen ze die in mijn kamer zag hangen. Het lesgeven vond ik leuker dan het zeilen zelf maar toen mijn opleider (Louis de Ruiter) vroeg om met hem wedstrijden te gaan varen heeft mijn liefde voor zeilen echt een boost gehad. We voeren in de FD tegen de beste zeilers. Dat ging de hele winter door en afzien was dat soms ook wel. Maar de snelheid en het spelletje van wedstrijden varen had ik echt niet willen missen. Daarnaast behoren mijn reizen over de atlantische oceaan ook wel tot de mooiste avonturen waarop ik kan terugkijken. 

En die snelheid is wat mij uiteindelijk helemaal gegrepen heeft doordat ik in aanraking kwam met ijszeilen met Rolin van Lakerveld. Na 1 rondje over de Kagerplassen ben ik met hoge snelheid met 1 schaats in een wak terecht gekomen en was de ijsboot compleet stuk. Toch is ijszeilen later een van mijn lievelingssporten geworden.

Helaas kun je deze sport niet vaak in Nederland beoefenen dus ben ik in 2000 voor het eerst met vrienden naar Zweden gegaan. Terug uit Zweden vond ik het extra jammer dat je deze snelle door wind aangedreven sport niet vaak kunt doen. We zijn gaan kijken naar strandzeilers in IJmuiden. Een half uur later hadden wij onze eerste klasse 3 gekocht in welke ik 14 jaar later mee heb gedaan aan de wereldkampioenschappen in Nevada USA.

Snelle boten zoals draagvleugelboten hebben mij vanaf het begin gefascineerd. Net als wingfoilen en windfoilen. Helaas lukt het nu minder vaak om dit te beoefenen dan ik zou willen maar er is ook veel om uit te kiezen. 

Mijn moto is altijd geweest: variaty is the spice of life, en dat is precies wat ik met de watersport Academy heb proberen te creëren. Maar voor de liefde die ik heb gekregen voor het varen met onze Botter BU 112 uit 1886 ben ik mijn vader Lex van Rijn het meeste dankbaar.